In het Hulpcentrum voor Jongeren komt er in de late avond een telefoontje binnen van een jongen, die op de brug van het kanaal staat en ermee dreigt zelfmoord te plegen. Een laatste noodkreet. Bij het opgehaalde lijk verneemt Witse dat de jongen van huis weggelopen was, geen middelen van bestaan had en tot over zijn oren in de schulden zat. Zijn GSM werd in het gras gevonden en daarop komt nu een oproep van een meisje: Loesje...