Adrian raakt in een ernstige identiteitscrisis na de dood van zijn partner. Hij besluit te voet naar Santiago de Compostela te gaan om in het reine te komen met zichzelf en zijn leven. Zijn broer Ludwig gaat tegen de wil van Adrianus mee op bedevaart. En Ernst, die er in eerste instantie helemaal niet aan denkt om mee te gaan, wordt door een schandaal dat hij heeft veroorzaakt gedwongen Wenen een tijdje te verlaten. In eerste instantie zal het een pelgrimstocht zijn die helemaal niet vroom is, maar uiteindelijk staan ze, rijker aan vele inzichten en (zelf)kennis, op het strand van de Atlantische Oceaan, in Finisterre, waar de wereld leek te vergaan voor de pelgrims van vroeger.